De dochter van den fotograaf Van Diggelen te Schiedam werd op 14 Maart door haar moeder geroepen „dat er volk was" en juist toen de jongejuffrouw den winkel inkwam, zag zij een man de deur uitgaan, welk feit het vermoeden deed ontstaan, dat er iets ontvreemd was. Wat waar bleek. Men vermiste 24 stuks Ansichtskaarten en wel alle van één soort, voorstellende „de Dam" te Schiedam. Die prentbriefkaarten werden een paar uur later door den actieven agent B. Schoel teruggevonden bij den 46-jarigen koopman H. F. A. alhier, die in een café zijn troost had gezocht. Met verontwaardiging wees de man de beschuldiging van diefstal af. Als hij wil stelen, dan doet ie het goed, maar niet voor 24 centen. Wel was hij in Schiedam geweest op dien dag, maar die prenten had hij van een juffrouw in Den Haag gekregen. Daar hoefde hij niks voor te betalen. En dan is hij twee uur daarna pas aangehouden. Dan hadden ze hem toch direct moeten pakken. Het O. M. requireerde twee maanden gevangenisstraf. Of de beklaagde nog wat te zeggen had? — Nee, d’r is toch niks an te doen, al parlee ik nog zoo. … Uitspraken over 8 dagen.
Krantenbericht Rotterdamsche Courant 7 mei 1902.
Prentbriefkaart J. van Diggelen 3e serie Dam - Schiedam: collectie Archief Schiedam.