Berhardina Midderigh-Bokhorst (1880 - 1972)
In een artikel van René Klompmaker in het VDP-BULLETIN nr 65 (juli 2000) van de Vereniging Documentatie prentbriefkaarten wordt ingegaan op de uitgegeven prentbriefkaarten van B.Midderigh-Bokhorst. Alle kaarten met uitzondering van die voor de tentoonstelling ''De Vrouw 1813-1913'' zijn uitgegeven bij Weenenk & Snel te Den Haag. Tussen ca 1916 en 1920 verschijnen in ieder geval een serie van 24 voor kinderen, nog een serie van 12 voor kinderen en 2x 12 kaarten voor volwassenen. In de veertiger jaren verschijnen bij o.a. Van Leers nog tientallen fantasiekaarten voor kinderen onder het pseudoniem Hannie Holt, genoemd naar haar dochter Hannie en haar moeder Holtgräve. Eerder in 1913 werden prentbriefkaarten van muurschilderingen van de hand van B.Midderigh-Bokhorst voor de tentoonstelling ''De vrouw 1813 - 1913'' te Amsterdam uitgegeven. Naast deze prentbriefkaarten zijn - voor zover mij bekend - alleen nog in 1924 een moederdagkaart (Uitgeverij De Muinck), in 1993 een Art Unlimited-kaart met een een aquarel voor het jubileumnummer van het tijdschrift ''De Vrouw en haar Huis'' uit 1930 en in 1997 een boekenkaart bij Museum Meermanno-Westreenianum, Den Haag uitgegeven.
Johanna Berhardina Bokhorst (geb. Soerabaja, Nederlands-Indië 31-5-1880 – gest. Wassenaar 19-7-1972), schilderes, illustratrice van vooral kinderboeken, (kleding)ontwerpster. Dochter van Hendrik Bokhorst (1833-1885), militair, en Johanna Berhardina Holtgrave (1842-1915). Berhardina Bokhorst trouwde op 18 april 1905 in Den Haag met Jean-Jacques Midderigh (1877-1970), tekenaar, docent en schilder. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren. Berhardina (Dien) Bokhorst werd geboren in Soerabaja op Java, waar haar vader officier was in het Oost-Indisch leger. Toen hij in 1885 overleed, keerde het gezin terug naar Nederland (Deventer). Op haar twaalfde werd Berhardina naar de meisjes-HBS in Den Haag gestuurd. Tussen 1897 en 1899 behaalde zij de akte M.O.-tekenen op de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, waarna ze nog een jaar les in modeltekenen had bij Frits Jansen. Hier leerde zij haar toekomstige man kennen, de in Parijs geboren Jean-Jacques Midderigh.
Huwelijk en werk In 1899 begon Berhardina Bokhorst met het maken van modetekeningen van ‘reformkleding’ voor het Maandblad der Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding. Het doel van de vereniging was vrouwen te bevrijden van ongemakkelijke kleding als het korset. Men streefde naar gezonde, praktische en mooie kleding voor vrouwen uit alle klassen. Bokhorst maakte allerlei modetekeningen ter begeleiding van de knippatronen. Aanvankelijk waren haar figuren en modellen nog wat vaag getekend, maar vanaf 1902 ontwikkelde zij een steeds krachtiger stijl. Ook voor het blad Schoonheid door Gezondheidmaakte zij tekeningen van reformkleding. Hiernaast gaf ze een M.O. cursus stilleven en was ze (tot haar huwelijk) lerares aan de Dagteeken-en Kunstambachtschool voor meisjes in Amsterdam. In deze tijd verschenen ook haar eerste boekillustraties in het Heidekoninginnetje(1902), een kinderboek van Catharina van Rennes. In deze periode werkte ze eveneens voor ’t Binnenhuis, een galerie voor vernieuwende kunst in Amsterdam. Op 18 april 1905 trouwde Berhardina Bokhorst met Jean-Jacques Midderigh. Vanwege zijn werk – hij was tekenleraar op scholen in Rotterdam en Vlaardingen en aan de academie in Den Haag – gingen zij in Vlaardingen wonen. Daar werden hun dochter Hannie (1906) en zoon Bernard (1911) geboren. In 1927 verhuisden zij naar Wassenaar, waar zij hun verdere leven bleven wonen. Naast de zorg voor haar gezin bleef Berhardina, die zich voortaan Midderigh-Bokhorst noemde, haar leven lang actief als kunstenares. Zij putte juist inspiratie uit haar gezinsleven. Zo ontwierp zij in 1907 een rotanwieg voor haar eerste kind. Daarmee was ze de eerste vrouw in Nederland die meubels maakte van Indisch vlechtwerk. Bovendien bracht zij in haar illustraties voor kinderboeken vaak de directe omgeving van haar kinderen in beeld. |
Berhardina Midderigh-Bokhorst bleef werken voor diverse tijdschriften. Tussen 1907 en 1932 was zij vaste modetekenares bij het door Elisabeth Rogge opgerichte De Vrouw en haar Huis. Ze tekende meer dan de helft van de illustraties in de moderubriek, waarvoor Rogge de teksten schreef. Ook illustreerde zij tussen 1902 en 1942 jeugdtijdschriften zoals Onze Kinderen, Kindercourant van het Nieuws van den Dag en Zonneschijn. Berhardina werd echter vooral bekend met haar illustraties voor kinderboeken. Ze werkte veel voor uitgeverij Van Goor uit Gouda, die door Midderigh-Bokhorst was overgehaald om kinderboeken te gaan uitgeven (en nog altijd een kinderboekenuitgeverij is), maar ook voor andere uitgeverijen. In totaal illustreerde ze meer dan vijfhonderd titels, van prentenboeken voor kleuters en meisjesboeken tot sprookjesboeken, zoals Granaatappelhuis van Oscar Wilde (1909). Daarbij werkte ze overigens nauw samen met haar echtgenoot. Berhardina bepaalde de compositie en tekende de personen en dieren, haar man deed de achtergrond en letters: ‘Natuurlijk gaat alles in gezamenlijk overleg en wederzijdse kritiek’ (gecit. Wouters, 32). Hun coproducties signeerden ze met ‘B. en J. Midderigh-Bokhorst’. Samen met illustratrice Rie Cramer zou Berhardina Midderigh-Bokhorst tot aan de jaren twintig de markt domineren. Haar naam was zo gevestigd dat ze zelf kon bepalen welke kinderboeken ze wilde illustreren.
Vanaf 1906 exposeerde Midderigh-Bokhorst geregeld in binnen- en buitenland. Zo exposeerde zij in het Stedelijk Museum en de Haagsche Kunstkring en verkreeg zij in 1910 een gouden medaille op de Brusselse Exposition Universelle et Internationale voor haar boekversieringen en banden. De tentoonstellingen waaraan zij deelnam geven dikwijls blijk van haar betrokkenheid bij de vrouwenbeweging en andere hervormingsbewegingen. Zo werkte zij in 1913 mee aan de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913: ze zat in het bestuur van de commissie voor kinderlectuur en in de koepelzaal van het hoofdgebouw hingen drie muurschilderingen van haar op het thema ‘vrouwen en vrede’, gemaakt in opdracht van de vereniging Vrede door Recht. Een jaar later zat ze in de commissies prentenboeken & platen en wandversiering & wandplaten van de tentoonstelling Schoonheid in het Leven van het Volkskind. In de catalogus schrijft zij dat muurschilderingen ‘de schoonheidszin der jeugd, de fantasie van de jonge hersenen opwekken en vreugde brengen’ (catalogus, 73). De maatschappelijke betrokkenheid van Midderigh-Bokhorst blijkt ook uit diverse lidmaatschappen. Ze was lid van de Veereniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK), de Vereeniging voor Verbetering voor Vrouwenkleding, de Haagse afdeling van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, de schilderclub Ons Doel Is Schoonheid (ODIS) van het Damesleesmuseum in Den Haag en ze was aangesloten bij de Soroptimisten, waarvoor ze in 1933 het vignet – een modernistische, strijdbare vrouw –ontwierp voor het blad De Nederlansche Soroptimist. In de jaren twintig begon Midderigh-Bokhorst met reclamewerk. Zij tekende advertenties, affiches en geïllustreerde catalogi voor Nederlandse en buitenlandse bedrijven, bijvoorbeeld voor Vim, Van Houten chocolade en Sunlight. Haar stijl verschilde per opdracht. Zo ontwierp ze in 1925 voor Vim een zeer modernistische reclame, terwijl zij de reclame voor Sunlightzeep juist traditioneel hield. Tot op hoge leeftijd bleef Midderigh-Bokhorst werkzaam. In 1955 maakte ze – 75 jaar oud –nog wandschilderingen in de landbouwschool te Zoetermeer en schreef en illustreerde ze een boek over edelstenen, Glans en gloed. In 1970 stierf haar man en vaste tekenpartner. Twee jaar later, op 19 juli 1972, overleed Berhardina Midderigh-Bokhorst in Wassenaar. Reputatie Berhardina Midderigh-Bokhorst was een veelzijdig kunstenares. Ze schilderde, illustreerde, aquarelleerde, tekende met pen en pastel, etste en lithografeerde en ontwierp kleding. Haar werk is tegenwoordig alleen bij specialisten bekend, maar werd in haar tijd algemeen gewaardeerd. Het getuigt van een fijne geest en vaardige hand en staat in het geval van de kinderboeken dicht bij de verbeeldingswereld van het kind. Tegenwoordig staat zij vooral bekend als de peetmoeder van het geïllustreerde meisjesboek in Nederland. Bovendien wordt haar veelzijdigheid op verschillende vlakken van de kunst geroemd, met haar illustraties die varieerden van lieflijke kindertafereeltjes tot strijdbare vrouwen. |
Omdat Bernardine Midderigh-Bokhorst (in haar tijd) net zo beroemd was als Rie Cramer zou een VDP-publicatie over haar prentbriefkaarten een mogelijkheid zijn. Voor René Klompmaker zeker een optie maar er zijn nogal wat lacunes in de beschikbare bekende kaarten. Het zou bijzonder fijn zijn als medeverzamelaars zouden willen helpen om ons aanvullingen door te geven zodat een compleet beeld kan ontstaan. Het merendeel van de door haar geïllustreerde boeken en ook veel prentbriefkaarten zijn te vinden op http://www.bmidderighbokhorst.nl
Hieronder de tot nu toe bekende gegevens met enkele voorbeelden
Drie prentbriefkaarten van de muurschilderingen van de Amsterdamse tentoonstelling
''De vrouw 1813-1913'' |
Kaarten van Hannie Holt, pseudoniem van
B. Midderigh-Bokhorst. Om hoeveel kaarten het gaat is onbekend. In ieder geval zijn het er veel. Staande en liggende kaarten, met en zonder tekst, nieuwjaarskaarten enz. enz. Zie verder www.bmidderighbokhorst.nl |