De IJskelder van Heeze
IJskelder
De ijskelder achter kasteel Heeze is in 1907 in opdracht van Baron van Tuyll van Serooskerken gebouwd door de metselaar van het dorp. De ijskelder is gelegen rechts aan de buitenzijde van de slotgracht. In de winter werd er ijs uit de gracht gehakt dat in de ijskelder tot in de zomer bewaard en gebruikt kon worden. De ijskelder van Heeze is een rijksmonument. In 1983-1984 is de kelder gerestaureerd. In 2012 bleek dat de ijskelder was ingestort en is deze opnieuw gerestaureerd.
In de kunstmatig opgeworpen circa 4 meter hoge heuvel bevindt zich een ronde gemetselde binnenruimte. De kelder is toegankelijk via een voorportaal met twee compartimenten met holle deuren, versterkt met plaatijzer. De ijskelder heeft een uitzonderlijk brede spouw rondom de ijsruimte. De spouw kende vroeger een vulling van turfmolm uit de Peel. De bouw van ijskelders is geheel gericht op een goede isolatie. Ook de beplanting met bomen droeg bij aan het koel houden van de ijskelder
Voor het ‘ijzen’ of vullen was 7 man nodig, de totale inhoud bedroeg 80 karrenvrachten ijs. Op de zandbodem werd eerst een dunne laag takkenbossen uitgespreid, deze werd afgedekt door een 30 cm dikke laag zachte turf en dan volgden de ijsblokken. Dit alles diende voor een goede afvoer van het smeltwater.
Fotograaf Jan Bijnen
Op de adreszijde van de kaart staat als uitgever: “J. Bijnen, Photogr. Kunsth., Waalre” en rechtsonder het jaar van uitgifte en nummer van de kaart 17 21336. Dit laatste geeft aan dat de kaart in 1917 is gedrukt door Trenkler in Leipzig.
Jan Bijnen, is geboren in Waalre op maandag 20 april 1874 en overleden te Waalre op maandag 28 september 1959. Jan Bijnen is fotograaf, gespecialiseerd in portretten en dorpsgezichten. In de akten van de burgerlijke stand is hij ook als boekhandelaar bekend. Daarnaast verkocht hij ij zijn winkel kaarten, papierwaren en sigaren. Hij leerde het vak fotograferen van Peter Jonkers (1864-1932) fotograaf uit Eindhoven aan het Wilhelminaplein. J. Bijnen trok op de fiets door de Kempen om met houten camera, statief en zware, breekbare glasplaten foto’s te maken. Voor zijn foto’s en kaarten gebruikte hij firmanamen als 'Photogr. Kunsthandel J. Bijnen' en 'Prentbriefkaarthandel Veni, Vidi, Vici'. Oorspronkelijk betrok hij Trenklerkaarten van Loretz in ’s-Hertogenbosch. Behalve door Dr. Trenkler & Co in Leipzig, liet hij ook kaarten drukken door Glass & Tuscher in Leipzig, Gebr. Van Straaten in Middelburg, Jos Nuss & Co. in Haarlem en mogelijk ook door Louis Koch in Halberstadt.
De prentbriefkaarten verkocht hij in zijn winkel in Waalre en via lokale afnemers. In het pand van zijn winkel is later kantoorboekhandel Versmissen gevestigd.
IJskelders in Nederland
In de catalogus van ijskelders in het boek van Reinink staan 92 Nederlandse ijskelders. Harenberg meldt in zijn boek over de entourage van het Nederlandse kasteel dat ijskelders vrijwel nooit op prentbriefkaarten voorkomen. Het boek bevat alleen een kaart van de wildkelder van Kasteel Roosendael bij Velp met de tekst “Onderaardsche gang”. Volgens de beschrijving van de Rijksmonumenten is deze wildkelder tevens als ijskelder gebruikt.
Een kaart met het “grotje” van Lage Vuursche heeft betrekking op de ijskelder in park Drakenstein.
Naast de kelder van Kasteel Heeze zijn ook de ijskelders van Huize Doorn, Kasteel Middachten en Kasteel Doorwerth op prentbriefkaart verschenen. Van Kasteel Amerongen is een kaart bekend met de tekst “Amerongen Laan achter den Ijskelder”. Mevr.A.M. Amiot gaf een kaart uit met “Instituut Wullings Huize Beresteijn Voorschoten”. Volgens het gemeentearchief van Voorschoten is een ijskelder afgebeeld, volgens andere bronnen is het een folly. Al met al toch in totaal zeven of acht verschillende ijskelders op kaarten.
Bronnen
Piet Brock, 1993. De ijskelder in Heeze. Heemkronyk, jrg. 32, vol 2: 50-55.
J. Harenberg, 1979. De entourage van het Nederlandse kasteel in oude ansichten. Europese Bibliotheek Zaltbommel. 118 pp.
Reinink, A.W. & Vermeulen, J.G. 1981. IJskelders. Koeltechnieken van weleer. Uitgeverij Heuff Nieuwkoop, Amsterdam. 292 pp.