In de negentiende eeuw werd een ongehuwde moeder als ‘gevallen’ vrouw gezien en daarom was haar status gelijk aan die van een prostituee. Op 1 juli 1897 werd de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming (OV) opgericht in Rotterdam, de eerste neutrale organisatie die zich inzette voor het lot van ongehuwde moeders en hun buitenechtelijke kinderen.
De doelstelling van de OV was het verkrijgen van gelijkstelling op sociaal gebied van ongehuwde moeders met de gehuwde vrouw, en het bewerkstelligen dat de daden van mannen en vrouwen naar dezelfde maatstaf werden beoordeeld. Verder ondersteunde de OV ongehuwde moeders, maakte propaganda en verrichtte opvoedend werk om de publieke opinie en de overheid te bewerken. Vrouwen werden ook gestimuleerd om werk te zoeken en een zelfstandig bestaan op te bouwen. Hun kinderen hoefden ze daarvoor niet af te staan, die werden opgevangen als de moeder uit werken ging, waardoor in feite een crèche ‘avant la lettre’ ontstond. De OV stichtte daartoe tehuizen waarin de kinderen konden worden opgevangen.
De afdeling Amsterdam van de OV opende op 1 juni 1905 het eerste tehuis voor ongehuwde moeders en hun kinderen, waarvoor het pand Gerard Brandtstraat 16 te Amsterdam werd aangekocht. De naam werd Tehuis Annette, als eerbetoon aan Annette Versluys-Poelman, een van de oprichters van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming.
In 1923 kocht de Amsterdamse afdeling ook het pand Middenweg 132 om daarin het Janna Kinderhuis te vestigen, dat op 28 november 1923 werd geopend.
Voor de opvang van kinderen vroeg het Janna Kinderhuis een bijdrage aan de moeder (in 1949 was dat fl. 1,50 per week), en kreeg het per kind een subsidiebedrag van de gemeente Amsterdam. Het Janna Kinderhuis was echter ook afhankelijk van giften, waarvoor ook evenementen werden georganiseerd, zoals een thee musical met hoeden show, en een uitvoering van het Scapino ballet (beide in 1951).
Waarschijnlijk in 1954 verscheen er een prentbriefkaart waarop het Janna Kinderhuis haar donateurs bedankte en opriep om meer te geven (zie de afbeelding hieronder). Op de voorkant van deze zeldzame kaart zijn Heer Bommel en Tom Poes afgebeeld die een zak met geld (met maar liefst 100.000 gulden) in de schoorsteen van het Janna Huis laten vallen, een ontwerp van de Toonder Studio’s (onbekend is of Marten Toonder deze tekening zelf heeft gemaakt).
Wanneer je meer informatie hebt over deze kaart (wie is de tekenaar, hoeveel kaarten zijn er gemaakt, aan wie zijn ze verstuurd, zijn ze verkocht?) stuur dan s.v.p. een bericht aan EW.
De doelstelling van de OV was het verkrijgen van gelijkstelling op sociaal gebied van ongehuwde moeders met de gehuwde vrouw, en het bewerkstelligen dat de daden van mannen en vrouwen naar dezelfde maatstaf werden beoordeeld. Verder ondersteunde de OV ongehuwde moeders, maakte propaganda en verrichtte opvoedend werk om de publieke opinie en de overheid te bewerken. Vrouwen werden ook gestimuleerd om werk te zoeken en een zelfstandig bestaan op te bouwen. Hun kinderen hoefden ze daarvoor niet af te staan, die werden opgevangen als de moeder uit werken ging, waardoor in feite een crèche ‘avant la lettre’ ontstond. De OV stichtte daartoe tehuizen waarin de kinderen konden worden opgevangen.
De afdeling Amsterdam van de OV opende op 1 juni 1905 het eerste tehuis voor ongehuwde moeders en hun kinderen, waarvoor het pand Gerard Brandtstraat 16 te Amsterdam werd aangekocht. De naam werd Tehuis Annette, als eerbetoon aan Annette Versluys-Poelman, een van de oprichters van de Vereeniging Onderlinge Vrouwenbescherming.
In 1923 kocht de Amsterdamse afdeling ook het pand Middenweg 132 om daarin het Janna Kinderhuis te vestigen, dat op 28 november 1923 werd geopend.
Voor de opvang van kinderen vroeg het Janna Kinderhuis een bijdrage aan de moeder (in 1949 was dat fl. 1,50 per week), en kreeg het per kind een subsidiebedrag van de gemeente Amsterdam. Het Janna Kinderhuis was echter ook afhankelijk van giften, waarvoor ook evenementen werden georganiseerd, zoals een thee musical met hoeden show, en een uitvoering van het Scapino ballet (beide in 1951).
Waarschijnlijk in 1954 verscheen er een prentbriefkaart waarop het Janna Kinderhuis haar donateurs bedankte en opriep om meer te geven (zie de afbeelding hieronder). Op de voorkant van deze zeldzame kaart zijn Heer Bommel en Tom Poes afgebeeld die een zak met geld (met maar liefst 100.000 gulden) in de schoorsteen van het Janna Huis laten vallen, een ontwerp van de Toonder Studio’s (onbekend is of Marten Toonder deze tekening zelf heeft gemaakt).
Wanneer je meer informatie hebt over deze kaart (wie is de tekenaar, hoeveel kaarten zijn er gemaakt, aan wie zijn ze verstuurd, zijn ze verkocht?) stuur dan s.v.p. een bericht aan EW.
EW