Huis ten Bosch
Huis ten Bosch is een zomerverblijf in het Haagsche Bosch gebouwd door Pieter Post (in 1645 en volgende jaren) voor Amalia van Solms, de vrouw van stadhouder Frederik Hendrik. In de periode 1734-1737 is het paleis verbouwd en uitgebreid door Daniël Marot. Het kleine paleis is vooral bekend door de Oranjezaal met 31 schilderijen ter nagedachtenis aan Frederik Hendrik. Ze zijn geschilderd door onder meer Jacob Jordaens, Caesar van Everdingen, Jacob van Campen, Gerard van Honthorst, Pieter de Grebber en Jan Lievens. Ook de eetzaal naar ontwerp van Daniël Marot met grisailles van Jacob de Wit, de Chinese zaal en de Japanse zaal behoren tot de bezienswaardigheden.
Na de Franse inval van de Republiek in 1795 was het paleis korte tijd als Nationale Kunst-Galerij voor het publiek geopend. De eerste koning die het paleis bewoonde was Lodewijk Napoleon, veel van de meubelen die hij invoerde, bevinden zich nog in het paleis. Na de Franse tijd werd het weer woonhuis van de Oranjes. Koningin Wilhelmina stelde het paleis in 1899 en 1907 beschikbaar voor de Haagse vredesconferenties. Sinds 1981 woont Koningin Beatrix in het paleis. Na haar aftreden in april 2013 zullen Willem-Alexander, Maxima en de kinderen de nieuwe bewoners van het paleis zijn.
Kaart 1: Achterzijde Huis ten Bosch. Uitgever Trenkler, Leipzig.
Kaart 2: Veel geluk in uw nieuwe Woning. Onbekende Duitse uitgever.
LvD