Lodewijk van Duuren
Johan en Cornelis de Witt
Johan de Witt (Dordrecht, 1625 – Den Haag 1672), heer van Zuid- en Noord-Linschoten, Snelrewaard, Hekendorp en IJsselvere, was tijdens het Eerste Stadhouderloze Tijdperk negentien jaar lang raadpensionaris van het graafschap Holland en daarmee de belangrijkste politicus van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Zijn oudere broer Cornelis (Dordrecht, 1623 – Den Haag 1672) was onder meer ruwaard van de Heerlijkheid Putten, baljuw van de Beijerlanden en burgemeester van Dordrecht. Op 20 augustus 1672 zijn de gebroeders De Witt vermoord in Den Haag.
Tentoonstelling
Op 14 juni 1913 is in Dordrecht in drie benedenzalen van het Dordrechts Museum de tentoonstelling betreffende de gebroeders De Witt geopend. “Door de goede zorgen van den heer Hidde Nyland van het noodzakelijke aangename aspect voorzien” aldus een artikel in het Nieuws van den Dag.
In de eerste zaal zijn portretten in olieverf tentoongesteld, in de tweede zaal portretten, prenten en handschriften, in de derde zaal alles met betrekking op de moord op De Witten en een penningcollectie.
Naar aanleiding van de tentoonstelling verscheen in 1913 in Dordrecht een boekje met de titel “Tentoonstelling van schilderijen, prenten, penningen, geschriften, enz. betrekking hebbende op de gebr. De Witt, te houden in de benedenzalen van Dordrechts Museum.”
Standbeeld
“Deze tentoonstelling wil trachten de geschiedenis der De Witten in beeld te brengen, ten einde belangstelling te wekken voor het schoone doel, de oprichting van een standbeeld in hunne geboorte”. Zo is het doel van de tentoonstelling in de catalogus van de tentoonstelling verwoord.
In 1913 werden er twee comités gevormd, één voor de oprichting van een standbeeld voor Johan in Den Haag en één voor de oprichting van een monument voor de gebroeders De Witt in Dordrecht. Eind 1915 werd bekendgemaakt dat de opdracht voor het beeld in Dordrecht was gegund aan beeldhouwer Toon Dupuis. Zijn ontwerp werd in september 1917 in het stadhuis tentoongesteld. Dupuis beeldde de raadpensionaris zittend af, met zijn broer staand. Het beeld werd in brons gegoten bij de Delftse gieterij N.V. F.W. Braat. De zandstenen omlijsting werd ontworpen door architect Dirk Roosenburg en uitgevoerd bij Steenhouwerij v.h. Kooy in Den Haag.
De onthulling in Dordrecht vond plaats op 20 augustus 1918, de dag dat de broers werden vermoord.
Kaarten
De serie onder de titel “Tentoonstelling Gebr. de Witt, Dordrecht. Juli-Aug. 1913.” bestaat uit de volgende kaarten:
- No. 1 Mr. Johan de Witt (naar zwarte kunstprent van A. Bloteling). 13 27946.
- No. 2 Mr. Cornelis de Witt (naar zwarte kunstprent van A. Bloteling.).13 27942.
- No. 3 De beroemde onderneming op de rivieren van London en Rochester. 1). 13 27944.
- No. 4 Cornelis de Witt op zijn ziekbed 2). 13 27947.
- No. 5 Acte van herroeping van het Eeuwig Edict 29 Juni 1672. Onderteekend door de Dordtsche Regeeringsleden en Cornelis de Witt met bijvoeging V.C. waarop zijne vrouw een inktvlak wierp
- No. 6 (idem 2e deel van de dubbele kaart). 13 27945.
- No. 7 De gebroeders de Witt op de Gevangenpoort door Haagsch gepeupel overvallen 20 augustus 1672. 13 27948.
- No. 8 Het moordtoneel op straat 20 Aug. 1672. (naar zwarte kunstprent.). 13 27943.
Per kaart een volgnummer van 27942 tot en met 27948. De serie bestaat uit 6 enkele kaarten en één dubbele kaart (No. 5 + No. 6). De kaarten zijn uitgegeven door A.G. Versteeg uit Dordrecht omstreeks 18 augustus 1913. De nummering van de kaarten 13 27942, 13 27943 etc. duidt op de drukker Trenkler & Co. uit Leipzig die de kaarten volgens het eerste deel van de nummering in 1913 drukte. In een krantenartikel in de Dordrechtsche Courant van 18 Augustus 1913 is het aantal van 8 kaarten genoemd, de dubbele kaart wordt hier blijkbaar als twee kaarten geteld. Het oordeel van de krant over de kaarten is als volgt: “de uitvoering is goed geslaagd, hoewel de toon soms iets te donker lijkt.”
Prenten en documenten
De kaarten zijn reproductie van de volgende prenten en akten:
- De portretten van gebroeders De Witt (No. 1 en 2) zijn de prenten van Abraham Blooteling of Bloteling (Amsterdam, 1634–Amsterdam, 1690). Het zijn zogenaamde ”zwarte kunstprenten”.
- Op kaart No. 3 is de beroemde tocht naar Chatham op 21, 22 en 23 juni 1667 onder opperbevel van Cornelis de Witt afgebeeld. Het is een gravure door M. D. Sallieth te Rotterdam naar de tekening van Dirk Langendijk (Rotterdam, 1748 - Rotterdam, 1805) uit 1782.
- Kaart No. 4 is een afbeelding van Mr. Cornelis de Witt op zijn ziekbed 2), die weigert de acte ter herroeping van het Eeuwig Edict te tekenen. Het is een schilderij van Ary Johannes Lamme (Dordrecht, 1812 - Berg en Dal, 1900). Museum Mr. Simon van Gijn, Dordrecht.
- Op kaart No. 5 en 6 staat een afbeelding van Acte van herroeping van het Eeuwig Edict van 29 Juni 1672. De afkorting V.C. is van Vi Coactus, door geweld gedwongen.
- De prent van kaart No. 7 is een ets van Simon Fokke uit 1755 en uitgegeven door Isaak Tirion. De tekst op prent luidt: De Broeders Kornelis en Joan de Witt, in een Vertrek der gevangen poorte in den Haage, overvallen door eenige Burgers, op den twintigsten Augustus 1672.
- De prent op kaart No. 8 is van een onbekende kunstenaar. Naar de twee gekruiste ankers links onderaan in de plaat wordt de maker aangeduid als: Ie maître aux ancres croisés. De prent is mogelijk uit Duitsland hier ingevoerd.
Tentoonstelling De Witt 1925
Ter gelegenheid van de 300ste geboortedag van Johan de Witt is van 16 oktober tot 15 november 1925 is in het Dordrechts Museum opnieuw een tentoonstelling over De Witt gehouden.
Noten
- Van kaart No. 3, 4 en 7 kon de tekst niet aan het origineel geverifieerd worden.
- “Doch de Ruwaard van Putten nog ziekelijk te bedde leggende, weigerde te tekenen. Men hieldt hem voor, dat de gewapende burgerij zijn huis omringd hadt, en hem den dood dreigde, zo hij langer aarzelde. Doch hij antwoordde, dat hem, in den laatsten zeeslag zo veele kogels over 't hoofd gewaaid waren, dat hij er geenen meer vreesde, en liever een' kogel wilde afwagten, dan dat Schrift tekenen. Maar zijne egtgenoote, haare jongste kinderen bij de hand houdende, badt hem, met traanen, dat hij van den nood een deugd maaken, en zig, zo niet over zig zelven, ten minste over haar en haare kinderen erbarmen wilde. Hij liet zig dan overhalen, en tekende, met bijvoeging van twee litters V.C. dat is Vi Coactus, of door geweld gedwongen” bron: Jan Wagenaar, Vaderlandsche Historie (1790-1796), XIV, blz. 75.
Bronnen
- Ronald Prud'Homme van Reine , 2013. Moordenaars van Jan de Witt. De zwartste bladzijde van de Gouden Eeuw. de Arbeiderspers, Amsterdam. 224 p.
- Tentoonstelling van schilderijen, prenten, penningen, geschriften, enz. betrekking hebbende op de gebr. De Witt, te houden in de benedenzalen van Dordrechts Museum. Dordrecht, 1913. 22 p. Foto op omslag, schilderij A. Schouman. Dordrechtsche drukkerij- en uitgevers-mij.
- Tentoonstelling ter gelegenheid van de 300ste geboortedag van Johan de Witt. Dordrecht, Dordrechtsche Drukkerij en Uitgevers Maatschappij, 1925, 61 p. met illustraties.
- Dordtsekaart.nl Uitgever A.G. Versteeg te Dordrecht.( A.G.V.-D.). https://www.dordtsekaart.nl/serieversteegjaren.html