Neeltje Lettinga (* Stiens 8 augustus 1873 - † Leeuwarden 16 juni 1917) was van 1898 tot 1912 beoefenares van de Friese houtsnijkunst en de weefkunst. De kunst van Neeltje Lettinga werd in haar tijd zeer gewaardeerd, ook ver buiten onze landsgrenzen. Zij nam deel aan verscheidene nationale en internationale tentoonstellingen. Neeltje maakte ook kerfsnede-aardewerk voor de pottenbakkerij van Sietze Dijkstra in Sneek. Op 16 juni 1917 overlijdt zij na een lang ziekbed op 43-jarige leeftijd te Leeuwarden aan tuberculose. Er zijn ten minste vier kaarten uitgegeven met haar portret en werk.
De Tijd van 8 maart 1903.
“Uit goede bron verneemt de Leeuw. Ct.: Mejuffrouw N. Lettinga te Berlikum, de bekende houtsnijdster, kreeg onlangs uit Den Haag de opdracht, een geheel in gereedheid zijnd spinnewiel van oud Friesch model met alle bijbehoorende zaken zoals windblok, hespel (tweeërlei soort) enz. op te sporen en, versierd met het bijpassende snijwerk, naar de dame, die de bestelling deed, op te zenden. Jongsleden Vrijdag vertrok het bestelde en reeds Dinsdagavond had mej. L. een postwissel en een vriendelijk schrijven terug ontvangen welke haar beide alle reden tot blijdschap en tevredenheid gaven. Uit de brief bleek toch de ingenomenheid der "Mevrouw" voor wie het spinnewiel was bestemd geweest en die niemand anders was dan Hare Majesteit de Koningin-Moeder! Er werd mejuffrouw Lettinga volle vrijheid gegeven, deze haar bereide verassing te vertellen aan wie zij maar dacht dat er belang in stellen zou. Met haar stellen wij deze bewijzen van waardeering van die zijde op hoogen prijs.”
De bestelling was destijds gedaan door de vrouw van de Haagse burgemeester mevrouw Van Harinxma thoe Slooten– Collot d ‘Escury. Het spinnenwiel was bestemd voor Koningin Emma en werd door haar geschonken aan de groothertogin van Baden, de beschermvrouwe van de grote spinnerijtentoonstelling in Karlsruhe in 1903. Aan de “Großen Spinnereiausstellung“ 1903 (20 mei -7 juni) in het „Markgräflichen Palais“ in Karlsruhe waren 290 spinnenwielen aanwezig, waaronder 60 van de groothertogin. Prins Hendrik had op een tentoonstelling van “Friesche Kunstnijverheid en Huisvlijt”1) ook eens een houtsnijtafeltje van haar gekocht en de koningin onder meer een haardbank.
Gerbrig de Haan
Gerbrig de Haan (1886-1959) was spinster en weefster. Vanaf 1908 was zij de assistente van Neeltje Lettinga. Ze ging mee naar tentoonstellingen om gekleed in oud Fries kostuum te spinnen en de voorwerpen onder de aandacht te brengen.
Kaarten
Er zijn vier kaarten bekend uitgegeven door Neeltje Lettinga in Berlicum. Uitgever is De Tulp in Haarlem. Op de kaart met de titel “Kamer van Friesche huisvlijt.” staan twee vrouwen, een oudere vrouw aan tafel en een jongere vrouw in Fries kostuum. De foto is genomen op de Nationale Tentoonstelling voor Huisvlijt in Scheveningen in de zomer van 1910. . De organisator van deze expositie is de Volksbond tegen drankmisbruik.
Op de andere twee kaarten van de tentoonstelling met de titel “Friezin aan ‘t spinnewiel” staat alleen de jonge vrouw in Fries kostuum aan het spinnenwiel. Deze vrouw en de jonge vrouw op de achtergrond op de eerste kaart is Gerbrig de Haan en de oudere vrouw aan tafel is Neeltje Lettinga. Dat zij Neeltje zelf niet op de andere twee kaarten voorkomt, heeft wellicht ermee te maken dat zijn een jongere vrouw op de kaarten een betere reclame voor haar producten vond. Ten slotte is er nog een kaart van de “school voor huisvlijt op de tentoonstelling. Op de foto geeft Neeltje instructie aan een leerling. Het is alleszins waarschijnlijk dat haar kaarten gebruikt zijn om reclame te maken voor haar houtsnijwerk en andere huisvlijt.
Noten
- Waarschijnlijk de “Doorlopende tentoonstelling van voortbrengselen van hedendaagsche Friesche kunst, kunstnijverheid en huisvlijt” die 19 juni 1902 in Leeuwarden geopend werd.
Bronnen
A.W. (Lida) Dijkstra, 1988. Neeltje Lettinga (1873-1917) Leven en werk van een beoefenares van volkskunst. Stichting Fryske Ambachts- en Folkskunst, Leeuwarden. 69 pp. Catalogus van de tentoonstelling in het Fries Museum, 14 mei - 26 juni 1988.
Marjan Groot, 2007. Vrouwen in de vormgeving in Nederland 1880-1940. Uitgeverij 010, Rotterdam. 598 pp.